Het was het verlengd weekend van half-oogst, in de zomer van 2013. Ik checkte in in Hotel Bloom, niet ver van de Botanique. Ik was net de mannen van Infinity Ink gaan ophalen op de luchthaven, en kon nog wat door Brussel wandelen vooraleer ik Ejeca moest gaan oppikken met de Lexus.
We gingen in Brussel naar wat de beste Italiaan van BelgiĆ« moet zijn en rond middernacht reden we met de IS 300h naar de pier van Blankenberge. “What’s this, a fucking sports car?” vroeg Ali Love toen ik de wagen in sports mode zette en de gaspedaal even induwde.
De xenon-koplampen schoten vooruit en wij werden in de zetel geduwd. Jammer van de trajectcontrole op de E40, maar misschien is het maar goed dat die er wel is.
What’s this, a fucking sports car? – Ali Love, Infinity Ink
Infinity Ink speelden zoals gewoonlijk harde house, zo van die pounding beats that make your jeans vibrate, en af en toe daar bovenop de geweldige stem van Ali Love.
Op de terugweg cruisden we aan net geen 160een gezapig tempo over de E40 terug naar Brussel. Ejeca speelde zijn remix van When The Night Is Over en even later klonk een album vol ambient muziek doorheen het soundsystem.
Waw, the bass sounds good on this soundsystem! – Ejeca