Ik denk dat we eind 2005, begin 2006 mogen schrijven. Ronny Belmans, professor Energie aan de K.U. Leuven en voorzitter van een of andere bestuursraad bij Elia, vertelt in de les over elektrische energie.
Hij vertelt dat de markt geliberaliseerd/geprivatiseerd wordt. Dat dat eigenlijk niet zo simpel is om goed te doen, dat je productie, distributie, transport en verkoop opsplitst en in enkele van die opgesplitste delen concurrentie kan laten spelen zodat de prijs daalt.
Hij vertelt ook dat de politici die er iets over te zeggen hebben (Freya was blijkbaar toen ook al aan de macht) er niet veel kaas van gegeten hadden.
Vroeger was het van producent naar verbruiker éénrichtingsverkeer. Hier en daar was er wel een bedrijf dat zelf generatoren had (denk een Sidmar), maar van zonnepanelen en windmolens in de normale mens zijn hof was er geen sprake. Elektriciteit werd opgewekt in een random centrale, werd getransformateerd naar 10.000 V omdat je dan met veel minder transportverliezen zit (als ik het mij goed herinner zou je bij 230 V 60% van het overgebrachte vermogen verliezen) en dan in de verschillende dorpen terug naar 230V gebracht zodat de mensen thuis hun tv gewoon in de stekker konden steken.
Wat we nu meemaken met de lokale productie (zonnepanelen en windmolens en warmtenetten in de grond in Jan met de Pet zijn hof) is dat de lokaal aangemaakte elektriciteit terug naar het net vloeit. Probleem: die transformatoren zijn daar niet op voorzien, die bekabeling is daar niet op voorzien, waardoor je met inefficiënte netten te maken krijgt: de kabels gaan kapot van de warmte.
Enfin: de blauwpaarsegroene politici dachten toen mee te reizen met de groene golf, innovatie aan te sporen en mensen aan te moedigen van allemaal vollenbak zonnepanelen en windmolens in den hof te zetten. Vooral zonnepanelen dan, want die waren blijkbaar minder storend voor het oog. De distributeur moest zijn plan maar trekken en de markt zou wel spelen en we zouden wel goedkoper uitkomen want aja, de energiemarkt werd geliberaliseerd en dat was goed.
Niet dus.
(lees: meer ingenieurs in de politiek, pretty please)