Eigenlijk was gisteravond best wel een leuke avond. Ik was op bezoek bij Newsmonkey om hun één-jarig bestaan te vieren, true startup style in Brussels Valley. Een blij weerzien met Gelerobbie ook, een van de meest open en wijze mensen die ik ken. Hij bracht me in contact met de grootste investeerder achter Newsmonkey. Een zeer interessant gesprek, zo eens praten met een Zeer Rijk Iemand. You had to be there.
Bij Newsmonkey geloven ze dat ze de leeftijdscategorie 18-34 (ofzoiets) het best kunnen benaderen. Met lijstjes, memes en kwaliteitsjournalistiek. En technologie om het te staven. En ze doen research.
I was just reading Ben Horowitz’ chapter One-on-ones from his quintessential book The Hard Thing About Hard Things and it’s reassuring to find out I’ve been doing the same thing during the past year.
The thing about books is they formalize what you already know or are doing. In case you didn’t know it yet, then there’s an opportunity to learn. Win-win!
I do one-on-ones quite irregularly, just to make sure they don’t seem obligatory. Here are the questions Horowitz listed in his book:
If we could improve in any way, how would we do it?
What’s the number-one problem with our organization? Why?
What’s not fun about working here?
Who is really kicking ass in the company? Whom do you admire?
If you were me, what changes would you make?
What don’t you like about the product?
What’s the biggest opportunity that we’re missing out on?
What are we not doing that we should be doing?
Are you happy working here?
It’s important to realise an effective one-on-one requires the manager to act as an active listener, i.e. you’re making bottom-up happening.
Genuanceerde verslaggeving: soms is het moeilijk, soms is het makkelijk en vaak is het frustrerend. Getuige deze tweet van Dorien waarin ze opmerkt dat journalisten en vooral hun experts het soms niet goed weten.
Carrièregids van de Knack: "Nee, vaste contracten blijven bestaan <-> Ja, straks werkt iedereen freelance." Nu weet ik het nog niet hè 😉
My two cents: vaste contracten en freelancers blijven naast (maar vooral mét) elkaar bestaan. De vaste contracten zorgen voor de stabiliteit, de freelancers voor de flexibiliteit die een werkgever nodig heeft om zijn producten en diensten te kunnen aanbieden.
En dan is er in De Morgen een reeks gestart over high potentials. Ze hebben een vent van 28 uit Charleroi gevonden en die man is ontsnapt en bij McKinsey beland, een consultancy boite waar je 80 uur per week werkt, en op kosten van de werkgever in Amerika een cursus public policy is gaan volgen. Hij wilt graag iets terug doen voor de maatschappij en vindt dat Charleroi de echte wereld is. Zo zijn er nog wel een paar high potentials te vinden.
Bijvoorbeeld huppeltrutjes die 14.000 euro aan Vlerick geven en hopen daarmee wat HR-babeste impressen om de deur van een farma-reus open te krijgen om daar met wat budgetten te gaan spelen. Alleen jammer dat ze een paar weken later haar kar draait en een doctoraat wilt gaan doen en dan nog eens een post-doc in de States. 10 jaar later: nog steeds geen deur opengekregen.
Diploma’s openen misschien een deur in België, maar hogerop geraak je alleen door te werken, vooral met uw ellebogen. En met wat geluk van de juiste mensen op de juiste plaats te kennen.
Hopelijk passeert De Morgen bij Ellen van LN|Knits, die stelt tenminste wat ouw mekes in Peru aan het werk waardoor hun levensstandaard verhoogt. Dát is impact op de wereld.
Eerder deze week stelde Facebook me voor of ik een van mijn ex-bazen kende. No shit Sherlock, tuurlijk ken ik die man! Maar ik heb een strict policy van geen collega’s op mijn Facebook te hebben. Ik deel er al 8u van de dag mee (voor de mensen die iet of wat kunnen tellen: dat is de helft van uw wakkere tijd), genoeg is genoeg. Meer gedachten had ik er van de week niet aan vuil gemaakt.
Tot daarnet op Twitter iemand zich afvroeg (i.c. @DeWortel, @sanaered en @JadisNoir) vanwaar die “vreemde” suggesties kwamen. No wat wild & educated guessing kwamen we erop uit dat Facebook dat zou doen op basis van het adresboek van de gsm waarop Facebook apps geïnstalleerd staan.
En dat allemaal om te groeien. Aja, want als ge op uw platform communicatie tussen mensen kunt verzilveren dan zijn ze meer geneigd om het te gebruiken. En als ze het nog goed vinden ook, dan raden ze het aan. En als ge per abuis professionele relaties in iemand zijn netwerk kunt injecteren, dan heb je een foothold in de enterprise (die move naar de $321 billion enterprise markt is blijkbaar niet zo evident). Kassa kassa! En de investeerders zijn tevreden.
Soms vraagt een mens zich af waarom politici niet communiceren met Slideshare.net. Het klimaat is er nochtans gunstig voor, er zijn zelfs concurrenten zoals Speakerdeck.com!
Allez, om het af te leren heb ik op Slideshare zelf (jaja!) wat slides gemaakt met de cijfers die minister Schauvliege in haar open brief van vanochtend in De Morgen vermeld heeft.
Vanaf vanavond is het twee weken Pop-up Class voor startende ondernemers of mensen die overwegen om te starten. Elke avond zijn er vanaf 20u een paar talks van mensen die bezig zijn met ondernemen (of het ondersteunen ervan).
Het zal gaan over de ups maar ook over de downs van ondernemen. Ondernemen is meer dan met een Porsche onder uw gat rondrijden: het is bezorgd zijn over de cashflow van uw bedrijf, het is mensen moeten rekruteren maar niemand vinden die een culture fit heeft en daarom niet verder kunnen groeien, het is u zorgen maken over beloftes die ge gedaan hebt aan uw klanten terwijl een halfuur later blijkt dat uw toeleverancier toch niet op tijd kan leveren om uw droomproduct waar te maken.
Mocht u dat niet interesseren maar zijt ge per malheur wel in de buurt van de opera van Antwerpen (ingang langs de kant van’t Rooseveltplein): Pop-up Class heeft ook een lunch menu en een bar! Aanrader dus!
Toen ik klein was, woonde ik in twee landen tegelijkertijd. Tijdens de werkdagen in Soest – een stadje iets voorbij Dortmund – en in de weekends reden we op en af naar Baardegem – een shithole niet ver van Aalst.
Begin de jaren ’90 zijn we fulltime in België komen wonen en verhuisd naar een iets minder klein shithole. Enkele jaren later kwam de unief er en vertoefde ik in Leuven, een provinciehoofdstad maar eigenlijk niet meer dan een middeleeuws stadje dat nooit gedaan heeft waarvoor men het begrip “ruimtelijke ordening” heeft uitgevonden: ruimte creëren. Op het Martelarenplein, de Bondgenotenlaan en het Ladeuzeplein na is alles op elkaar gepropt. Zelfs het stromend water, de Dijle, is er met moeite 5 meter breed. Net genoeg om een Fiat 500 in te dumpen. Misschien heb ik de stad nooit echt goed leren kennen, mijn kot en campus waren in Heverlee. Soit.
Eenmaal afgestudeerd was ik een stuk mobieler. Op vier wielen bolde ik naar en door Brussel, Gent, Antwerpen, zelfs Luik en Hasselt. Ik wandelde er naar feestjes en afspraakjes (meestal in de versie zonder verkleinwoord), ik zag er kleine gebouwen, lelijke gebouwen, hoge gebouwen, indrukwekkende gebouwen. Ik zag er parken en pleinen. Maar er is geen enkele stad waar dat met een zekere zin voor properheid is gemaakt zoals in Antwerpen. De delen van Antwerpen zijn ruim. Je hebt er brede lanen en brede pleinen, gebouwen met een zekere zin voor bombastiek. De Schelde is geen leiding stromend water maar een deftige rivier waaraan je kan genieten van de zonsondergang of van zondagse technofeestjes zonder dat je de stad uit moet.
Misschien verhuis ik ooit nog wel eens naar Antwerpen.
(Oh, en Jimmy, laat mij eens embedden vanop Instantwerpen!)
Ik weet mooie lingerie te appreciëren maar voor de rest ken ik er weinig van hoor. Dit weekend viel een opiniestuk van Murielle Scherre – zaakvoerder van belgisch lingerie-merk La fille d’O met een heel uitgesproken, no bullshit branding – te lezen in ZO, een maandblad uitgegeven door UNIZO.
Ik vind de quote naast het opiniestuk wat jammer. De quote voelt negatief aan, is meer gezaag en afgunstig dan een oproep tot initiatief en ondernemerschap. “Lef tonen, er gewoon aan beginnen: dat is ‘ondernemen'” ware beter geweest. Maar daarom niet correct.
Een zaak beginnen, dat is niet zomaar in het duister springen. Je moet aan marktonderzoek doen, valideren of je product (al dan niet een dienst, wat typischer is voor België) en je business model wel steek houden en nog zoveel meer.* Liefst vooraleer je jezelf een loon uitkeert dat lager is dan wat een dopper zou verdienen. Maar goed, het is dan weer wel de normaalste zaak dat de werkgever als laatste aan de kassa passeert. Jammer genoeg beseffen wij Belgen dat niet.
Lef tonen, er gewoon aan beginnen: dat is ‘ondernemen’. – Murielle Scherre
Voor de volledigheid, een reclamefilmpje van La fille d’O:
* Een startup is een organisatie die op zoek is naar een business model dat op lange termijn kan overleven. Misschien heeft La fille d’O dat business model nog niet gevonden? Who knows, ik heb geen intern zicht en zou het an sich ook niet moeten hebben. 🙂
* (bis) Tools die je kunnen helpen bij die allereerste validatiestappen zijn het Business Model Canvas en het Value Proposition Canvas. Zij zouden je moeten leiden naar een product-market fit. En dus ook moeten vermijden dat je als zaakvoerder jezelf te weinig loon uitkeert. (Wat niet wegneemt dat de loonkosten in België hoger zijn dan elders in de wereld, maar ik denk dat de branding van La fille d’O sterk genoeg is om meer te vragen.)